Biotoopbeheer-voedselaanbod
De intensieve landbouw, de nieuwe landbouwmethodes, de grootschalige ruilverkavelingen en vooral het verdwijnen van de typische kleinschalige landschapselementen liggen aan de basis van een gewijzigd voedselgebied. Holle wegen en hagen verdwijnen aan een verontrustend tempo. Waar vinden we nog hooi- en houtmijten? Het graan ligt al lang niet meer in de schuur opgeslagen, maar in muizenvrije silo's. De Kerkuilwerkgroep pleit voor een globale aanpak op lange termijn, willen we de kerkuil als broedvogel behouden. Samenwerking met de gemeentelijke en provinciale overheden bij het uitvoeren van de GNOP's kan een stevige steun bieden aan de kerkuil. Concreet betekent dit het onderhouden en heraanleggen van haagkanten, knotwilgenrijen, ruige graslanden en natuurlijke bermen. Tevens kunnen hooi- en houtmijten aangelegd worden in de onmiddellijke omgeving van de broedplaatsen om de voedselsituatie te verbeteren.
Broedgelegenheid
Als holenbroeder houdt de kerkuil van rustige, donkere nestplaatsen. Tegenwoordig worden steeds meer kerktorens en andere gebouwen afgesloten met gaas om verwilderde duiven te weren, jammer genoeg verdwijnen op die manier ook uitstekende broedplaatsen voor de kerkuil. Ook de klassieke oude boerenschuren worden meer en meer vervangen door geheel gesloten loodsen. Het beschermen van de resterende broedplaatsen en het creëren van nieuwe broedgelegenheid door het plaatsen van nestkasten in gebouwen is een van de hoofddoelstellingen van de werkgroep. Door de jaarlijkse controle van de nestgelegenheden en het ringen van onze vogels leren wij hoe de kerkuilenpopulatie evolueert.
Moordend verkeer
Door de constante uitbreiding van het wegennet en het wagenpark in gans Europa neemt het aantal verkeersslachtoffers onder de kerkuilen elk jaar zo sterk toe dat hierin de voornaamste doodsoorzaak kan worden gevonden. Kerkuilen jagen vooral langs de muizenrijke wegbermen en worden heel vaak tijdens het overvliegen van de rijweg op lage hoogte door het voorbijrijdende verkeer gegrepen. Op jaarbasis vallen vooral twee periodes op in de cijfers. Een eerste piek vinden we in maart. Dat is de periode waarin vooral de volwassen mannetjes actief worden bij de aanvang van het broedseizoen. Een tweede piek bemerken we in de maanden september-november, wanneer de jonge vogels uitzwermen. De Kerkuilwerkgroep tracht aan de hand van eigen onderzoeksresultaten de verschillende overheden te overtuigen van de beschermingsmaatregelen die nodig zijn. Help ons de knelpunten in kaart te brengen door gevonden verkeersslachtoffers te registreren via het automatisch meldpunt op onze website.